Website van Hubert Klaver
Ankeren
Hij was één van die figuren, die zich immer in een duistere, mistroostige put bevond. De zon kwam voor hem nooit op. Als hij hoog aan de hemel stond, dreef er altijd wel een wolkje voor. Een zomerse, stralende dag; een onbewolkte, heldere, hemelsblauwe lucht legde een diep, onbestemd en onbevredigd verlangen in hem bloot. Als de zon een deken van warmte over de aarde spreidde en het een hangerige, hijgerige dag voor de mensen werd, dan strekte een uitzichtloze sleur eindeloos voor hem uit en zakte hij neerslachtig neer in de schaduw. Moedeloos keek hij dan voor zich uit. Futloos en verstoken van elke vorm van energie zette hij zich in de schaduw en frommelde hij z'n met zweet doorweekte zakdoek in zijn broekzak. De vrolijke geluiden van het zwembad, van spelende, in het water spetterende kinderen, maakte hem treurig. De vreugde, die de luid klingelende ijscoman bij de kleintjes opriep deed hem pijn.
Het viel ook niet mee, ofschoon op het Neuro-Linguïstisch Instituut bij de kennismaking het
tegenovergestelde werd beweerd. Het was veel moeilijker dan de docent NLP Practitioner het had
voorgesteld.
"Heb je vervelende ervaringen of eigenschappen waar je van af wilt? Dat kan." De man meende
wat hij zei en het had hem een sprankeltje ijdele hoop gegeven, een nietig vonkje levenskracht,
een woord van troost.
Hij had er daarna met zijn vriend Hans over gesproken, die van mening was dat dit soort
instituten inspeelde op de domheid en de psychische nood van allerhande slag mensen.
"Je bent te goedgelovig." zei hij. "Ze zijn belust op je geld.
"Baat het niet, het schaadt ook niet, dacht hij. De grondbeginselen van het Neuro-Linguïstisch
Programmeren zijn kinderlijk eenvoudig aan te leren. "Je moet een goeie ervaring opnieuw
beleven. Die kun je ankeren onder één knokkel." Het leek oprecht wat de man zei en hij stipte
aan, dat hij zelf zeer diep aan de grond had gezeten en er overtuigend bovenop was gekomen.
"Een simpel, maar overigens weinig praktisch afroepen van "Tsjakka!!!", kan iemand vervullen
van tomeloze energie, van brute, ontembare veerkracht."
Deze kreet, dit anker was echter niet overal bruikbaar. Op een intiem, ontmoedigend moment
tijdens de paring was het op z'n minst ongepast om deze kreet luid uit te schreeuwen.
"Een elegant anker is eenvoudig te plaatsen. Je mag zelf kiezen waar. Als je de goeie
ervaring oproept en er helemaal in zit, kan een medecursist deze installeren door twintig
seconden lang op je knokkel te drukken. Dat moet je drie keer herhalen."
De welzijnsbranche wist het wel te brengen. De diepte waarmee de machtig mooie, overweldigende gevoelens waren aangebracht... Ze werden onuitwisbaar voor de eeuwigheid bewaard. Helemaal mooi was, dat onder een andere knokkel een tegenovergesteld gevoel, een duistere bron van ongemak kon worden opgeslagen. Wanneer daarna beide ankers tegelijkertijd werden afgevuurd door erop te drukken, botsten de twee tegenover elkaar liggende polen op elkaar, waarbij ze instortten en elkaar onwerkzaam maakten. 'Collapsing anchors' werden ze genoemd. Voor zijn hele leven verlost van de last. Het was alsof hij een functietoets van de computer indrukte om het gewenste programma-onderdeel op te roepen en af te draaien.
Maar dit alles was slechts schone schijn. Toen de programmeur hem had gevraagd of hij zich een positieve toestand van zijn gemoed kon herinneren, had hij zijn hele jeugd afgestroopt, maar alles wat hem te binnen schoot was doffe ellende, een miserabele toestand van onbehagen, van onhandelbare slapte, die in zijn geheugen was opgeslagen en in zijn hele lichaam, zijn hele houding was gegrift. Positieve gevoelens, ze schitterden door afwezigheid. Geen driftige impulsen in zijn lijf, geen niet te stuiten geldingsdrang, geen opzwepende opluchting, geen lichtzinnige, avontuurlijke, onbesuisde uitbarsting van kalverliefde. Zelfs zijn orgasme was een pijnlijke ontlasting, zijn zaad een traag stromende rivier; een tobberig, stroperig, taai slijk.
Hij geeuwde en rekte zich uit. Tjezus Mina. Geheel onbewust had hij z'n lamlendigheid geïnstalleerd. Telkens als hij in het vervolg geeuwde en zich erbij uitrekte zouden zijn gevoelens van lusteloosheid en afzien aan de oppervlakte komen. Hij zat eraan vastgeklonken. Al die woorden die met 'mis' begonnen, hij was ervan doordrenkt. 'Mislukken', 'miskennen', 'miskleunen', 'misnoegen', 'mismoedig', 'mismaakt', 'misdeeld', 'misère', 'miserabel', ze maakten een zelfstandig deel uit van hemzelf en hij zou er nooit meer van loskomen. Er was niets meer aan te doen. Hij moest het accepteren, zich erbij neerleggen. Hij keek voor zich uit. Als er ook maar één strohalm was. Maar het leven sukkelde onafwendbaar verder. Het was een zwart, diep gat, een koker, een tunnel zonder einde met nooit eens licht aan de horizon, een uitzichtloze, eeuwig durende herhaling van teleurstelling, van lijden, van boeten voor zijn geboorte.
Teneergeslagen richtte hij zijn blik naar de grond. De wolken dreven traag voor de zon in de overigens wolkenloze hemel. Hij liet zijn moede hoofd hangen, geeuwde en rekte zich nog eens uit.
(o.a. gebaseerd op: 'Sportschool van de geest' - Peter Giesen Volkskrant 11 januari 1997)