Website van Hubert Klaver

Het Station, hoofdstuk 1 t/m 3

Hoofdstuk 1

Er waren slechts weinig tegengeluiden te horen bij de introductie van het begrip "Participatiezorg" in de vergadering van de medewerkers van het inloophuis Het Station.
"Participatiezorg," zei Rika, de coördinatrice, "partcipatiezorg, dat is reactivering en reïntegratie van de bezoekers tegelijkertijd."
De commissie Rehabilitatie, knikte onder aanvoering van Esther heftig.
"De bezoekers die hier komen," vervolgde Rika, "struikelen in de relatievorming en zien de valkuilen niet. We kunnen ze een handje helpen door een relatie met ze aan te knopen."
De commissie Rehabilitatie knikte nogmaals.
"Cindy," zei Esther van de commissie nuchter, "jij hebt iets met buitenlanders en bent nieuwsgierig naar de eigenaardige gewoonten van vreemdelingen die Het Station bezoeken. Jij ziet toch iets in Samir of Vamba?"
Cindy glimlachte. In haar stoutste dromen had ze dit niet verwacht. Samir, met zijn wortels in de Libanese cultuur, en Vamba, sterk als een beer, zwart als een Liberiaanse bosneger en met een torso van een oerwoudgod. Het zouden ontdekkingsreizen worden, waarvoor je echt niet naar het buitenland hoefde te gaan met alle gevaren van dien. Dat je opgepeuzeld werd door een Boa Constrictor. Of in de kookpotten van een onbekende stam in de jungle verzeild raakte. Gewapend met de onschatbare waarde van een ontelbaar aantal theorieboeken moest ze als net niet afgestudeerd sociologie studente dit klusje kunnen klaren.
"Ik zie wel iets in participatiezorg" zei ze glimlachend en ze knipperde een aantal keren met haar oogleden.
Het Station heette niet voor niets 'Het Station'. Het betekende, dat ze samen op reis gingen, dat ze alle kanten op konden, dat ze, indien nodig, een retourtje konden nemen en een stap terug deden. Dat ze, als het te snel ging, de bus konden pakken. Dat ze een stoptrein, een intercity, of een internationale trein konden nemen. En er waren wissels, seinen en spoorboekjes.
"Participatiezorg," zei Rika, "dat is meeleven, meeëten, meekijken, meespelen, meerijden, medelijden. En stimuleren, afremmen en steun geven waar het nodig is."

Cindy, klein van stuk, fijngebouwd en eigenlijk best een mooi meisje om te zien met haar bruine, dikke, krullende haarbos, had tijdens haar studie al geoefend met een Texaanse Mexicaan en zo de zwarte boon, de tortilla en de avocado leren waarderen. En ze had onstuimig geëxperimenteerd met de peyotl, een hallucinogene cactus, om zich beter te kunnen verplaatsen in de andere geest. Ze was geïnteresseerd in stemmetjes, waandenkbeelden en alles wat anders was. En met Vamba of Samir kreeg ze een dubbel belegde boterham, en een vreemde cultuur, en een afwijkende geest, zeg maar: een exotisch broodje gezond. In een relatie met Samir zou ze kennis maken met een interessante mix van Hollanse en Libanese elementen. Couscous met doperwtjes in plaats van kikkererwten bijvoorbeeld.
"Ik ben er klaar voor," zei ze vrolijk.

Maar de participatieproblemen lagen op de loer. Toen het gesprek van de bezoekers, van Samir, Wim B., van Thijs en van Vamba en al die anderen die erbij zaten, ging over pijpen, beffen en soortgelijke handelingen, zei Samir:
"Ik lik in principe geen kut."




Hoofdstuk 2

"Participatiezorg, het idee komt uit de bezoekers zelf," had Rika gezegd. En het idee was afkomstig van Wim B, dus moest het goed zijn.
Wim B. schreef eindeloos veel eindeloze brieven naar personen en instanties. Kritische, opbouwende, goed doordachte en rijkelijk geïllustreerde. En in het epistel dat hij naar Het Station gestuurd had, vermeldde hij, dat de bezoekers onvoorwaardlijke steun verdienden.
"Is het niet een goed idee om een soort van Participatiezorg te gaan verlenen?" suggereerde hij "een zorg, waarbij de medewerkers een relatie aangaan met de bezoeker", en hij had het hele systeem zoals het altijd functioneerde afgekraakt.
"Zou je het niet eens zo doen, dat de bezoeker en de medewerker een band met elkaar aangaan?" Hij pleitte nog eens voor onvoorwaardelijke steun.
Rika, de coördinatrice, die zich weinig op de werkvloer liet zien en voornamelijk op het kantoor zetelde had het stuk meteen doorgesluisd naar de commissie Rehabilitatie, die direct aangevuld werd met Wim B.

Wim B., in de verwarrende situatie dat hij bezoeker en medewerker tegelijkertijd was en ook nog in de bezoekersraad functioneerde, zou zelf het goede voorbeeld geven. Hij zag eruit als een sociaal werker van het jaar 2000, een kaalgeschoren hoofd, nadat hij z'n punkkapsel had laten verwijderen. Hij had zijn oog laten vallen op Mina. Samen zouden ze een perfect stelletje kunnen vormen. Mina daarentegen zag er met haar enorme omvang uit als een onneembare vesting en hield de vriendjes op afstand. Dat zei ze ook.
"Ik hoef geen vriendje meer," zei ze en haar linkeroog keek een andere kant uit.

"Ik ga vanavond everzwijn eten," zei Mina.
"Zou je niet eens andere prioriteiten stellen," zei Wim B.
Hij dacht eraan om haar in een aangetekende brief te wijzen op het gevaar van suiker, hart- en vaatziekten.
"Nee hoor, ik ga everzwijn eten."
"Hoe zou je het vinden als we vanavond eens samen naar Café Marleen gingen?"
Herbert, die erbij zat, spitste zijn oren.
"Naar café Marleen? Hoe kom je daar dan bij?" Haar linkeroog keek weer een andere kant uit en ze lachte.
"Daar treedt de dichtclub op. Herbert is er ook."
"Nee hoor, ik ga vanavond everzwijn eten,"
"Het is niet voor niks, dat je altijd met je linkeroog een andere kant uitkijkt, als je eigenlijk wat moet," zei Wim B., "Het is psychisch, het zit tussen je oren. Je kijkt er deels van weg."
"Wat moet ik nu met een gedicht. Nee hoor, ik ga vanavond everzwijn eten."
"Maar Mina," zei Herbert "ga toch maar! Dan hoef je geen everzwijn meer te eten! Aan sommige van die gedichten heb je een hele kluif!"

Ondertussen legde Cindy het aan met Samir, liep X weg met Y, kwam Rika af en toe eens op de werkvloer om te zien of er iets van haar gading was, kwam Chris vanachter zijn computer uit het kantoor en viste in de relationele vijver, zoals hij dat altijd al gedaan had. Zou Wim B. Mina veroveren?




Hoofdstuk 3

Er waren geruchten. Rika, de coördinatrice, zou een relatie hebben met één van de bezoekers. Ze had zich sinds de invoering van de Participatiezorg wel wat meer op de werkvloer laten zien, maar het hield niet echt over. Toch gonsde het van de geluiden, dat ze iemand gevonden had om haar leven mee te delen. Klaas had haar gesignaleerd met Christiaan de V. en hij had zich direct afgevraagd, wie de consumpties zou betalen. Christiaan de V., met zijn fascinatie voor het Jodendom, welk volk hem van kinds af aan had gedwarsboomd in zijn verdere ontwikkeling. En juist bij Rika stroomde er Joods bloed door de aderen. Zou ze Christiaan bewust willen maken, dat Jodinnen ook de moeite waard waren om samen het levenspad af te wandelen en dat niet alle Joden erop uit waren het leven van Christiaan te verzieken? Of zou ze wraak willen nemen op zijn aversie, door vlak voor het moment, dat Christiaan de V. klaar zou komen, te zeggen: "Christiaan, ik heb hoofdpijn."
"En wie zal de condooms betalen?" had Klaas zich afgevraagd, nadat hij Rika de portemonnee had zien trekken bij het afrekenen van de drankjes in de kroeg. Ook daar had Rika aan gedacht. Samen met Christiaan hadden ze de formulieren ingevuld voor het Persoonsgebonden Budget. Dat was een som geld van de overheid, die ervoor bestemd was de bezoeker uit zijn ellende te halen, hem of haar te steunen in de dagelijkse bezigheden. En voor het geval er niet genoeg centen ter beschikking waren, had Rika, samen met de Rehabillitatiecommisie, een potje in Het Station aangelegd, waar de vrijwilligers uit konden putten.

"Hoe gaat het met de participatiezorg?" vroeg Esther nuchter tijdens de voortgangsvergadering. Esther was diep gelovig. Ze was ervan overtuigd dat God met opzet her en der dinosaurusbotten had begraven om de ware gelovige te onderscheiden van de ongelovige.
Cindy bracht verslag uit.
"Samir is geweldig, "zei ze. "We hebben samen couscous gegeten. Hij nodigde me na drie minuten al uit om bij hem thuis te komen eten. Ik heb voorgesteld om de kikkererwten te vervangen door kievietsbonen en hij paste het recept zonder morren aan. Ik baal ervan, dat hij momenteel geen stemmetjes heeft of waandieeën. Het was een beetje saai."
"Nodigde hij jou ook al na drie minuten uit? Mij ook," zei Esther nuchter.
"Mij ook," zei Karin.
"Mij ook," zei Rika.
"Ons ook," zei het overige vrouwelijke gezelschap in koor.
"Mij niet," zei Wim B.
Maar ook Wim B. boekte vooruitgang. In zijn charmeoffensief tegen Mina had hij met haar geoefend het loensen te corrigeren. Het zat overduidelijk tussen haar oren. Als ze het over everzwijn hadden, deed ze het niet, ging het gesprek echter over een gedicht, dan draaide haar linkeroog weg.
"En hoe zit het met de ware Liefde?, vroeg Karin, "Voelen jullie al iets voor elkaar?" Ze zag er moe en overwerkt uit.
"Ik heb al mijn charmes in stelling gebracht, maar Mina lijkt een onneembare vesting."
Wims rechteroog leek zowaar wat naar buiten weg te draaien en hij keek verontschuldigend rond.

Dat Samir in principe geen kut likte, daarvan had Cindy nog geen weet.