Website van Hubert Klaver
Dit artikel is geplaatst (februari 2002) in PERMAFROST (Een uitgave van Frans H. Venema te Leeuwarden)
De ontstaansgeschiedenis, het idee achter de cd, en de reactie hierop van uitgevers.
Het is al weer een aantal jaren terug, dat ik schrijfcursussen volgde. Het nadeel van dit soort cursussen is, dat je juweeltjes van stukjes schrijft, die hooguit een paar keer voor te lezen zijn. Het materiaal wat ervan afkomstig is, is namelijk nogal divers van aard. Zeker als ik aan het schrijven ben. Ik ben nogal experimenteel van aard. En het geschrevene is altijd een zekere weerslag van wat de schrijver op dat moment beroert. Zo wisselt mijn humeur, ben ik nu eens serieus, dan eens ironisch, dan weer sarcastisch of cynisch. Mijn stelling is: wat een schrijver ook neerpent, het zijn altijd projecties van hemzelf. Een debiel zal bijvoorbeeld nooit een wijs persoon neer kunnen zetten. En hoezeer je je ook inleeft, je zit er altijd zelf tussen.
Op één van die cursussen vertelde de docent, dat een personage in een boek consistent moet zijn. Een depressief iemand kan niet in één keer vrolijk worden. Ik bestreed dat. Ik ken manisch-depressieve mensen. Die wisselen nogal in stemming. En zelf kan ik ook in één middag veranderen in een totaal ander persoon. Dat kan als je psychose-gevoelig bent, en dat ben ik. Ik heb een lief meisje in een krengetje zien veranderen. Bij psychiatrische patiënten zie je dat wat duidelijker, dan bij gezonde mensen, omdat ze wat extremer zijn in hun gedrag, maar gezonde mensen wisselen ook in gevoel en humeur; ze veranderen ook, afhankelijk van ziekte en leeftijd enz. Mensen zijn niet consistent en waarom zou een personage in een boek dat wel moeten zijn?
Als je in een psychose zit kom je in gemoedstoestanden, die je anders niet
gauw tegenkomt. Die toestanden kunnen heel vlug wisselen. Mij intrigeert het,
wat er allemaal in mij zit, wat in m'n normale doen niet zo snel aan de oppervlakte
komt. Het is onbekend terrein. Is er ook iets van aan te boren, zonder dat je
nu meteen gek wordt? Ik zou het misschien naar boven kunnen brengen met het
schrijven van een verhaal: als ik een heel specifieke toon weet te treffen,
of een aparte sfeer weet neer te zetten. Dat betekent, dat ik heel diverse verhaaltjes
moet schrijven. Maar ook kort, omdat die tonen en die sfeertjes vaak moeilijk
vast te houden zijn. Vandaar ook de titel: Annie een dame vol verrassingen Als
ik nou een inconsistente personage neem, en ik geef dat vorm in zo divers mogelijke
verhaaltjes, en ik ga variëren in toon, perspectief, stijl, genre en weet
ik wat er zoal veranderd kan worden, dan bereik ik misschien mijn doel. Dat
was in eerste instantie mijn opzet. (Nu weet ik wel beter: Hubert op zoek naar
zichzelf, waarbij de onderliggende tragiek nooit eens aan de oppervlakte komt.)
De kritiek, die je hier op kunt leveren is, dat Annie in het extreemste geval
niet meer is dan een terugkerende naam. Wat is de vaste kern in een persoon?
Ik ben schrijver, ik ben geen psycholoog of psychiater. Die weten dat ongetwijfeld
veel beter dan ik. Ik houd niet zo van uitgebreide beschrijvingen, dat haalt
de vaart uit het verhaal. En om nou in elk verhaal te herhalen, dat Annie een
moedervlekje op haar rug heeft? Bovendien kent de schrijver het middel van de
overdrijving. Misschien zijn we allemaal wel één grote, running
gag.
Nu wordt een persoon ook getypeerd door de mensen, waarmee ze omgaan. Als ik
dan de vrienden, de vriendinnen, de voorouders, de kennissen, de buren, en de
familie laat opdraven, omdat volgens mij dat ook wat zegt over de personage,
dan heb ik een ruimer kader waarin ik kan experimenteren. Zeker als die mensen
ook allemaal inconsistent zijn. Bedenken we daarbij, dat een persoon in het
dagelijks leven niet altijd de hoofdrol speelt; zet ik de personage dan ook
nog in een schrijfgroep en laat ik haar werk aan bod komen, dan hebben we het
theoretisch kader rond, waarin eindeloos geschreven kan worden en werkelijk
alles kan.
Van dat alles maak ik een fotoboek, of, als je dat wilt, een collage van verhaaltjes,
was de bedoeling. Één groot experiment. Ik was benieuwd hoe het
zou uitpakken.
Nadat ik al een aardig pak bij elkaar geschreven had, dacht ik: ik stuur eens wat op naar twee uitgevers. Om te polsen hoe het zou uitpakken. Een bladzijde of twintig. Wat stukjes en fragmentjes (een advies uit het tijdschrift 'Schrijven'). Ik kreeg de volgende reacties:
Tot mijn spijt moet ik je meedelen dat de verhalen niet in aanmerking komen
om door ons te worden uitgegeven. Afgezien van onze literaire criteria en voorkeuren
heeft bij die beslissing een rol gespeeld dat ons fonds momenteel nauwelijks
ruimte biedt voor het aantrekken van nieuwe auteurs. Als wij een debutant per
jaar uitgeven, is dat al veel.
Niettemin heb ik de verhalen met plezier gelezen, je schrijft soepel en vooral
geestig. Het lijkt me dan ook aan te raden het vooral in de tijdschriftenhoek
te blijven proberen. Ik wens je succes en hoop nog eens je roman op mijn bureau
te zien. (Die roman is een hoofdstuk apart. Daar heb ik verder nooit mee
geleurd)
en
Dank voor de verzameling stukjes en beetjes die u ons zond. Helaas moet ik
u berichten dat wij er geen boek in zien. Dat was, nog afgezien van het feit
dat de kwaliteit van de stukjes erg wisselt, vooral omdat u er kennelijk zelf
geen boek in ziet.
Het opsturen van een mapje knipsels, met het verzoek of de uitgeverij er een
boek van wil maken - nee, zo gaat dat niet.
Bemoedigend toch? Ik ben gewoon blijven doorschrijven. Een hele tijd later dacht ik nog maar eens twee uitgeverijen aan te schrijven. Gezien de reactie van de tweede uitgeverij met een andere begeleidende brief en de volle mep aan verhalen.
Ik heb uw manuscript over Annie en de anderen af en toe met plezier gelezen;
ik heb me af en toe verbaasd over uw barokke taalgebruik en uw bizarre fantasie,
die zeker bewondering verdienen. Niettemin is uw bundel zo onevenwichtig van
toon en kwaliteit dat we besloten hebben publicatie niet verder te overwegen.
en
Dank voor het toezenden van uw 'manuscript'. We hebben er een vluchtige blik
op geworpen. Ik heb het gevoel dat u de zaken omdraait. Ik vind dat u allereerst
uw eigen werk streng moet selecteren. Dat bepaalt u zelf, zoals dat hoort. Uw
criterium hoort niet te zijn meerdere tonen aan te slaan, doch uitsluitend dat
werk te selecteren waarin uw eigen unieke toon te vinden is. Vervolgens kijkt
u of het aldus geselecteerde tot een bepaalde eenheid te smeden is, en zo ja,
of het geheel gedekt kan worden door een opvallende, passende titel. Het eindresultaat
stuurt u naar een uitgever, die daar dan ja of nee tegen kan zeggen.
Ook bemoedigend. Dat ik onevenwichtig was, dat wist ik wel. Zelf noem ik het bevrijdend onevenwichtig. De tweede uitgever valt binnen de categorie 'schoolmeester' Ik was het absoluut niet met hem eens. Één toon leidt tot eentonigheid en voorspelbaarheid. Ik ben gewoon doorgegaan met schrijven.
Komen we op het probleem van de beoordeling van de kwaliteit. Als je tien dezelfde stoelen op een rijtje zet, dan is die ene met scheve poten er makkelijk uit te wippen. Als die tien stoelen verschillen, dan wordt het nogal problematisch om die met de minste kwaliteit aan te wijzen. Ik merk, dat ikzelf grote problemen heb met de selectie. Het ene verhaal heeft dit, het andere dat. Je moet de diverse verhalen niet opzadelen met starre kwaliteitscriteria. Soms beoordeel je een verhaal op het gevoel, dat ik ermee hoop los te maken, terwijl een ander verhaal veel meer een beroep doet op intellectuele vermogens. Een maf verhaal beoordeel je op zijn mafheid.
Ondertussen ging ik op bezoek bij een vriend van mij in Arnhem, Kees Rietveld. En natuurlijk heb je het over je werk. Hij is muziektherapeut en heeft prachtig materiaal in huis staan om een cd te maken. Wie op het idee kwam om een aantal verhaaltjes op muziek te zetten, dat weet ik niet meer. Ik zei: "laat al je creativiteit maar los op die verhaaltjes." En zo is de cd geboren. Wat de selectie betreft: de verhalen mochten in ieder geval niet te lang zijn. Je kunt een cd niet stop zetten op elke willekeurige plaats. En er moest diversiteit inzitten. Niet steeds hetzelfde muziekje. Toen hij klaar was heb ik hem nogal massaal opgestuurd. Eentje zou er toch wel happen. Mooi niet, dus. Hier volgen twee extreem tegenovergestelde reacties:
Met grote belangstelling heeft de redactie al uw werk uitvoerig doorgenomen.
Uw producten zijn origineel en getuigen van een rijke creativiteit. Wat uw korte
teksten betreft: Uitgeverij XXX geeft sinds geruime tijd geen verhalenbundels
meer uit, omdat ervaring heeft uitgewezen dat deze vanuit commercieel oogpunt
niet aantrekkelijk zijn. Het concept van de literaire CD is interessant, maar
helaas past het niet in het fonds van uitgeverij XXX.
En
Wij geven overwegend poëzie uit en maar bij hoge uitzondering proza
en dat maakt, dat wij op dat terrein bijzonder selectief moeten zijn. Daarbij
heeft wat U schrijft ons niet erg geboeid en het is zeker niet literair te noemen.
Wij vragen ons af of hier wel voldoende markt voor bestaat om een uitgave te
rechtvaardigen. U schrijft dat U aardig wat podium-ervaring hebt en dat geeft
misschien ook wel de zwakke kant van Uw werk aan. Op een podium gebracht komt
het misschien wel over, maar niet of minder als leesstof. Dat stelt weer andere
voorwaarden.
Tegenwoordig schrijf ik maar consistent materiaal. Columns en columnachtige
verhalen. Twee reacties:
Vrij Nederland
VN krijgt ontzettend veel artikelen aangeboden en we moeten dus een keuze
maken, want ook onze ruimte is beperkt. Uw columns zijn aardig, alleen zien
we ze niet direct tussen ons actuele nieuws instaan, ook al beschrijft u op
uw manier de dagelijkse werkelijkheid. Nogmaals het spijt ons, maar u vindt
ongetwijfeld 'onderdak' voor uw zwervercolumns. Heeft u bijv. al gedacht aan
de 'achterkant' in de NRC? Of één van de andere dagbladen?
NRC-Handelsblad
Na vele omzwervingen is uw brief tenslotte bij mij terecht gekomen. De Achterpagina
is gehuisvest in Rotterdam. Dat kon u natuurlijk niet weten.
U heeft een aantal leuke stukjes geschreven en ik heb ook overwogen u een gunstig
bericht te sturen. Maar bij nader inzien moet ik vaststellen dat ik er geen
ruimte voor heb. De achterpagina is klein, er lopen veel vaste rubrieken - dit
kan er helaas echt niet meer tussen.
Ik hoop dat u een andere uitlaat voor uw stukjes hebt. Ga in ieder geval met
schrijven door.
We hebben plannen voor een tweede cd, die over enkele jaren zal uitkomen. Die gaat dan over de buren, de vrienden en vriendinnen en de familie van Annie.
Hubert Klaver